In
tegenstelling tot de chemische pulp bevat mechanische pulp nog quasi
volledig de in het hout aanwezige lignine, waardoor het enkel kan
gebruikt worden voor de productie van papier met een korte
levensduur. Het typevoorbeeld is tijdschriftpapier.
Papier
dat op basis van mechanische pulp geproduceerd wordt, noemt men
“houthoudend papier”, een eigenaardige
benaming, waarmee eigenlijk bedoeld wordt dat het in feite “papier
met lignine” is.
Omdat
de lignine niet verwijderd wordt, is het rendement van de mechanische
pulp ongeveer 95%: met een ton (droge stof) hout produceert men
950kg pulp.
Op
basis van het productieproces onderscheidt men verschillende soorten
mechanische pulp, steenslijp, thermomechanische pulp (TMP) en chemicothermomechanische
pulp (CTMP). In België wordt enkel de laatste soort,
CTMP, geproduceerd.
Bij
het CTMP-procedé worden de haksels eerst geweekt in natriumsulfiet
en met stoom verwarmd waardoor de lignine zacht wordt. Daarna worden
de haksels ontrafeld door ze tussen twee metalen schijven met messen
te malen. Dit procedé is elektriciteitsintensief.
In
bepaalde gevallen, afhankelijk van de soort gewenste pulp, wordt
het productieproces vervolledigd door de pulp te bleken.
Door
deze bewerking neutraliseert men de natuurlijke kleurbestanddelen
van het hout. Hiervoor gebruikt men hoofdzakelijk waterstofperoxide.
|