De verschillende soorten oud papier

Om de classificatie van oud papier te begrijpen, moeten wij het onderscheid maken tussen de "houtvrije papiersoorten” (in werkelijkheid ‘zonder lignine’), samengesteld uit chemische pulp, en "houthoudende papiersoorten" (in werkelijkheid ‘met lignine’) hoofdzakelijk samengesteld uit mechanische pulp. Dit onderscheid kan van primordiaal belang zijn tijdens de recyclage. In de chemische pulp is de lignine verwijderd. De mechanische pulp echter bevat nog lignine en vertoont de typische vergeling wanneer hij blootgesteld wordt aan licht. Papier wordt vervaardigd uit mechanische of chemische pulp, afhankelijk van zijn levensduur. Als men oud papier recycleert, is het bijgevolg belangrijk voor de industrieel om het "houtvrij" papier te scheiden van het "houthoudend".

De Europese norm EN 643 respecteert grotendeels dit onderscheid en deelt het oud papier op in vier grote categorieën:

• het bont,
(mengeling van verschillende soorten oud papier),
• oude kranten en brochures,
(‘houthoudend papier’ hoofdzakelijk samengesteld uit mechanische pulp),
• kantoorpapier,
(‘houtvrij papier' hoofdzakelijk samengesteld uit chemische pulp),
• oude verpakkingen,
(massief karton of golfkarton...).

In de praktijk onderscheidt men impliciet "houtvrij" en "houthoudend" bij de ophaling: "houthoudende" kranten en brochures worden vaak gescheiden opgehaald van "houtvrij" kantoorpapier.

De vraag naar papier door een papierfabriek hangt af van het eindproduct: de fracties “bont” en “oude verpakkingen” gaan bij voorkeur naar de producenten van verpakkingspapier en -karton. De “oude kranten en brochures” zullen eerder dienen voor de productie van nieuwe kranten en tijdschriften. Oud papier van hoge kwaliteit “kantoorpapier” wordt gebruikt voor de productie van sanitair of grafisch papier van een hogere kwaliteit.

Men kan ook een onderscheid maken tussen oud preconsumptiepapier (drukkerijafval, snippers, snijafval,...) en oud postconsumptiepapier (gelezen kranten en tijdschriften,...). Het is duidelijk dat de rest van snijafval van een betere kwaliteit is dan een oude krant of een gebruikt tijdschrift. Een onderscheid maken tussen de afval van pre- en postconsumptie kan bijdragen tot een degelijke latere recyclage. Dit onderscheid wordt soms ook gemaakt door diegenen die de recyclage van postconsumptiepapier willen bevoordelen ten nadele van preconsumptiepapier. Deze houding is niet gerechtvaardigd: Of het nu van pre- of van postconsumptie afkomstig is, oud papier moet gerecycleerd worden.

Men dient trouwens op te merken dat afval, rechtstreeks afkomstig van de papierproductie, ook “breukpapier” genoemd, automatisch hergebruikt wordt als grondstof in de fabriek. Het wordt dus niet beschouwd als oud papier als dusdanig en komt niet voor in de recyclagestatistieken van de sector.