1. HOUT
|
Geïnteresseerd
in een reportage over het houtverbruik in de papiersector
(enkel in het Frans)? Klik
hier |
|
De
belangrijkste basisgrondstof om papier te produceren is de houtvezel.
Ons interesseert dan ook op de eerste plaats de oorsprong van deze
vezels, …de bossen,... zonder daarbij uit het oog te verliezen
dat diezelfde houtvezels later meermaals hergebruikt worden (zie
hiervoor het deel over recyclage). Houtvezels, afkomstig van duurzaam
beheerde bossen, en recyclage van oud papier zijn de twee onlosmakelijke
onderdelen van een duurzame grondstofcyclus. |
BOSSEN
EN DE PAPIERINDUSTRIE
BOSSEN SPELEN MEER DAN ÉÉN ROL
Bossen
vormen één van de belangrijkste ecosystemen van onze
planeet. Zij maken bijna 45% uit van de oppervlakte in Europa, en
spelen een fundamentele ecologische rol: zij regelen
het klimaat, verzachten het broeikaseffect, beletten dat de grond
verschraalt en beschermen hem tegen erosie. Bovendien vormen zij
de uitverkoren woonplaats voor ontelbare diersoorten en planten.
Maar
al sinds mensenheugenis betekenen bossen ook een onmisbaar element
in zijn voortbestaan. De mens vindt er inderdaad voedsel, hout voor
verwarming, grondstoffen om huizen te bouwen ... maar eveneens,
sinds een tweetal eeuwen, de basisgrondstof om papier te vervaardigen.
Bossen spelen dus een belangrijke economische rol.
Bovendien
zijn bossen een plaats voor ontspanning en rust in onze moderne
maatschappij en zorgen zij tevens voor tewerkstelling. Zij hebben
dus ook een aanzienlijke sociale rol. Ten
slotte spelen de bossen een buitengewone rol in een van de grootste
uitdagingen van onze tijd, de klimaatveranderingen.
CO2 is in grote mate verantwoordelijk voor het broeikaseffect dat
deze klimaatverandering veroorzaakt. Door het natuurlijk proces
van fotosynthese onttrekken de bomen nu net grote hoeveelheden koolstofdioxide
(CO2) aan de atmosfeer. Maar niet alle bossen werken even doeltreffend
als het erop aankomt de atmosferische koolstof op te slaan.
In
duurzaam beheerde bossen, waarin men volgroeide bomen vervangt door
jonge, wordt meer CO2 onttrokken dan in niet-beheerde bossen. In
deze laatste is er een evenwicht tussen opname en emissie van CO2.
Om netto koolstof op te nemen, moeten de bossen groeien en permanent
vernieuwd worden.
Om
hun rol als “koolstofput” voluit te
kunnen spelen, moeten bossen dus duurzaam beheerd worden! Eens de
koolstof opgeslagen is in de houtvezels, blijft deze opgeslagen
in de producten afkomstig van de bossen voor hun hele levensduur.
Op die manier stockeert een ton papier het equivalent van
bijna 1.400kg CO2.
En
al hebben sommige papierproducten een relatief korte levensduur,
door de constante stijging van de recyclage, en dus van de hoeveelheid
oud papier die binnen de grondstoffencyclus in omloop is, wordt
er een niet-verwaarloosbare opslag van koolstof gerealiseerd. Men
raamt dat deze koolstofput meer dan 10% bedraagt van de CO2-emissies
van de sector.
|
|
|
©
COBELPA |
|
|
|
©
CEPI
|
DUURZAAM
BOSBEHEER
EN BOSCERTIFICATIESYSTEMEN
Duurzaam
bosbeheer moet de bossen de kans geven om hun economische,
sociale en ecologische rol te vervullen.
De
internationale conferenties van Rio in 1992 en Helsinki in 1993,
evenals de ministeriële conferentie van Lissabon in 1998
over de bescherming van de Europese bossen, hebben geleid tot
het opstellen van Europese criteria en indicatoren voor duurzaam
bosbeheer. Deze criteria en indicatoren zijn de basis van de talrijke
nationale bosbeleidsvormen in Europa en hebben de funderingen
gelegd voor de boscertificatiesystemen voor duurzaam bosbeheer.
Deze
certificatiesystemen waarborgen op een onafhankelijke
manier dat de bossen effectief beheerd worden op basis van internationaal
vastgestelde criteria.
De
twee belangrijkste boscertificatiesystemen zijn:
-Het
PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification Schemes):
dit systeem certificeert dat de nationale beheerprogramma’s
beantwoorden aan de internationale criteria van het PEFC.
In
2011 dekte het PEFC wereldwijd 241 miljoen hectaren. PEFC is ook
het meest gebruikte systeem in West-Europa
-De
FSC (Forest Stewardship Council) is georganiseerd rond een internationaal
erkenningsorgaan dat de internationale criteria definieert die
op nationaal niveau kunnen toegepast worden en de verificateurs
accrediteert. In 2011 dekte de FSC wereldwijd 146 miljoen hectaren.
|
Meer informatie over de boscertificatiesystemen |
|
Als
de houtvezels voortkomen uit duurzaam beheerde bossen, vormen zij
een hernieuwbare grondstof.
Dus
zijn vrijwel alle grondstoffen van de papiersector hernieuwbaar,
een zeer opmerkelijk sectoraal en industrieel kenmerk dat een veel
bredere erkenning verdient.
Wij
stippen ook onmiddellijk aan dat een groot aantal bijproducten van
de sectoreveneens een belangrijk deel aan hernieuwbare bestanddelen
(biomassa) vertegenwoordigt.
Deze
bijproducten worden nuttig gebruikt als groene energie. Zoals wij
later zullen zien, dekt deze energie 38% van de energiebehoeften
van de sector.
|
|
Een
opmerkelijk record!
Nadat
de papierproducent duurzame vezels, hetzij pulp hetzij hout, aangekocht
heeft, moet hij nog aan zijn klant aantonen dat het verkochte
papier wel degelijk geproduceerd werd op basis van deze vezels
uit de duurzaam beheerde bossen.
Dit
gebeurd aan de hand van een certificering van het ketenbeheer.
Het garandeert een opvolging van de grondstoffen over de ganse
productieketen. Deze certificering bestaat zowel onder het PEFC
als het FSC.
In
2010, was 96% van de Europese productiecapaciteit voor pulp en
70% van de Europese productiecapaciteit van papier gedekt door
een gecertificeerd ketenbeheer. In België, is de totale capaciteit
aanpulpproductie op basis van verse vezels gedekt door een gecertificeerd
ketenbeheer onder FSC of PEFC.
|
|
|
|
|
HOUTVEZELS
GEBRUIKT
IN DE PAPIERINDUSTRIE
In
het algemeen, onderscheidt men twee hoofdsoorten vezels:
-lange
vezels hoofdzakelijk afkomstig van naaldboomsoorten (den, spar,
…): deze vezels, met een lengte van ongeveer 3mm, zorgen
voor de sterkte van het papier.
-korte
vezels hoofdzakelijk afkomstig van loofbomen (populier, eik, beuk,
…): deze vezels met een lengte van ongeveer 1mm, verschaffen
aan het papier zachtheid, opaciteit, … door het raster van
lange vezels op te vullen en te egaliseren.
Elk
papier is een uitgekiend mengsel van verschillende houtsoorten.
Meer zeggen wij hierover niet: een goede kok waakt ook over zijn
recepten! Houtvezels komen voort uit verschillende bronnen:
Bijproducten
van bossen.
Traditioneel
brengen bossen hout voort dat bestemd is om gezaagd en verwerkt
te worden in meubels, timmerwerk, ramen of trappen.
Maar
vooraleer men volwassen bomen bekomt, moeten de bossen uitgedund
worden, zodat de uitgekozen bomen zich tot het volwassen stadium
kunnen ontwikkelen (zie schema).
Naast
het kreupelhout brengt deze uitdunningsbewerking
hout voort van kleine afmetingen.
Dit
hout wordt hoofdzakelijk gebruikt voor de productie van papier
en panelen. Hout afkomstig van uitdunningen en kreupelhout vertegenwoordigt
50% van de houtbevoorrading in de Europese papierindustrie.
Hetzelfde
geldt voor volwassen bomen. Het grootste gedeelte van de stam
wordt in de zagerij gebruikt. Takken en kruin
worden gebruikt voor verwarming of voor de productie van papierpulp.
De nuttige toepassing van dit klein hout geeft de boseigenaar
de kans om zijn bos op een duurzame en doeltreffende manier te
beheren.
|
|
|
|
Bijproducten
van de zagerij.
Als
men een boomstam in planken zaagt, krijgt men ook bijproducten,
die gehakseldworden. Deze haksels dienen hoofdzakelijk voor de
productie van papierpulp. Dit bijproduct vertegenwoordigt meer
dan 25% van de houtbevoorrading in de Europese papierindustrie.
Plantages
van snelgroeiende bomen.
In sommige landen werden grote oppervlakten snelgroeiende bomen
aangeplant zoals den of eucalyptus. Soms is de papierindustrie
rechtstreeks betrokken in die aanplantingen om haar bevoorrading
aan vezels te verzekeren. De bomen worden na enkele jaren geveld
en worden volledig gebruikt voor de productie van papierpulp.
De gevelde bomen worden vervangen door een nieuwe aanplanting.
Dit gebeurt hoofdzakelijk in Zuid-Amerika (Brazilië,Uruguay,Chili),
maar is bij ons niet gebruikelijk.
Deze
manier van bosbouw wordt somsals negatief ervaren, maar men mag
niet uit het oog verliezen dat het echte criterium waarop men
zich ook hier moet baseren, duurzaam bosbeheer is. En het bewijs
is er, want veel grote oppervlakten aanplantingen worden effectief
gecertificeerd door internationaal erkende labels. Aanplantingen
en duurzaamheid zijn dus niet de facto tegenstrijdig!
|
|
Video over het hout in de Belgische papierindustrie |
|
|
HOUTVEZELS
IN DE BELGISCHE PAPIERINDUSTRIE
De
vezels die de Belgische papierindustrie gebruikt, komen ofwel
van hout via de papierpulpfabrieken, ofwel van commerciële
pulp die rechtstreeks ingezet wordt voor de productie van papier
(niet-geïntegreerde fabriek).
HOUT
De
pulpfabrikanten gebruiken jaarlijks ongeveer 3.100.000 stères
hout, wat neerkomt op 815.000 ton (equivalent droog hout). 80%
daarvan is loofhout met korte vezels (beuk, populier,eik), hoofdzakelijk
afkomstig uit Frankrijk en 20% naaldhout van vooral Belgische
en Duitse oorsprong.
|
©
CEPI |
Meer informatie over houtbevoorrading
in de Belgische papierindustrie |
©
CEPI |
PULP
De
Belgische papierproducenten gebruiken jaarlijks 600.000 ton verse
pulp (pulp uit recyclage niet inbegrepen). 45% daarvan is afkomstig
van Belgische pulpfabrieken en de resterende 55% wordt ingevoerd.
Die invoer gebeurt hoofdzakelijk uit de Europese Unie (38%), Noord
Amerika (4% USA, Canada) en Latijns-Amerika (12%). Globaal
gezien zijn meer dan 80% van de door de Belgische papierindustrie
gebruikte vezels van Europese oorsprong. Vergeet echter
niet dat dit verbruik van 640.000 ton verse vezels bovenop een verbruik
van meer dan 1.250.000 ton oud papier komt!
Deze
twee vezelbronnen zijn de onverbrekelijke en complementaire elementen
in de duurzame grondstoffencyclus.
|
|
|
|
TOESTAND
VAN DE BOSSEN
Zoals
eerder vermeld zijn België en de rest van Europa, Noord- en
Zuid-Amerika de belangrijkste bevoorradingsbronnen van verse vezels
voor de Belgische papierindustrie. Wij geven een overzicht van de
toestand van deze bossen.
DE
BELGISCHE BOSSEN
De
Belgische bossen zijn een perfect voorbeeld van bossen uit de gematigde
streken. Zij hebben een oppervlakte van bijna 700.000 ha (of 22%
van de oppervlakte van België) en bestaan uit evenveel loof-
als naaldbossen. Groeivoorwaarden, diversiteit van boomsoorten en
doordacht beheer vanwege de eigenaars, hebben ertoe geleid dat deze
bossen tot de best beheerde van Europa behoren. |
|
|
Het
overgrote deel van de Waalse overheidsbossen (ongeveer 230.000ha),
of een derde van de Belgische bossen, is PEFC-gecertificeerd.
Toch
moet er nog een grote inspanning geleverd worden om de certificatie
eveneens te bekomen voor de privé-bossen.
Het
hout op stam in de Belgische bossen wordt momenteel geschat op 170
miljoen m³. Om dit houtbestand te kunnen behouden, mag de jaarlijkse
kap de groei niet overschrijden. De huidige jaarlijkse kap wordt
geschat op 4,8 miljoen m3, terwijl de jaarlijkse groei mag worden
geschat op 5.3 miljoen m3 (gegevens 2004/2005). Op 100 jaar
tijd is de Belgische bosoppervlakte trouwens gestegen met meer dan
25%!
Ondanks
hun hoge productiviteit volstaan de Belgische bossen niet om onze
binnenlandse behoeften aan hout voor industrieel gebruik, geschat
op 6 miljoen m³ per jaar, te dekken. In de komende jaren dreigt
dit tekort nog groter te worden door de stijgende vraag naar hout
voor energie. Het is dus nodig om de ontwikkeling van onze bosbouw
en de uitbreiding van onze bossen verder te blijven stimuleren.
LES
FORETS EUROPEENNES
De
Europese bossen beslaan nu 30% meer oppervlakte dan in 1950 (FAO).
De oppervlakte vergroot jaarlijks met ongeveer 700.000ha (FAO 2011).
Op Europees vlak blijft de aangroei op stam beduidend groter dan
de kap (FAO/UNECE 2007). Er vindt dus een kapitalisatie plaats van
het houtbestand in Europa.
De
laatste rapporten van de Verenigde Naties (FAO, 2011) schatten dat
jaarlijks 760.000ha van de Europese bossen voorbehouden wordt voor
de bescherming van de biodiversiteit. Het Europees Milieuagentschap
erkent op zijn beurt dat “het beheer van de Europese bossen
mag beschouwd worden als gunstig voor de biodiversiteit”.
Aandacht voor biodiversiteit en de ecologische functie (water, bodem,
klimaatverandering) van de bossen zijn trouwens de basisprincipes
van duurzaam bosbeheer.
|
Bovendien
heeft meer dan de helft van Europese bossen een certificaat
voor duurzaam beheer!
De
Europese papierindustrie valoriseert rechtstreeks en onrechtstreeks
meer dan een derde van het hout dat in de Europese bossen geoogst
wordt.
DE
NOORD-AMERIKAANSE BOSSEN
De
beboste oppervlakte in Noord-Amerika is stabiel. In de V.S. is
25% van de bosoppervlakte voorbehouden aan de bescherming van
de biodiversiteit. Via het Charter van Ottawa (1992)
past Canada een bosbeheer toe dat zich niet alleen toespitst op
de commerciële houtbevoorrading maar ook op het behoud van
water-en landfauna, stroomgebieden, recreatiegebieden en biologische
diversiteit. In 2006 zijn de leden van de Vereniging voor Bosproducten
van Canada (FPAC) de verbintenis nagekomen die zij 4 jaar eerder
aangegaan hadden: de 96 miljoen hectare bos die zij beheerden,
laten certificeren.
Toch
wordt er nog verder gedebatteerd over de bescherming van en het
verbod op ontginning in bepaalde gebieden die als ecologisch waardevol
beschouwd worden. Ook dient vermeld dat de oppervlakte van de
beschermde natuurreservaten in Canada in steeds stijgende lijn
gaat.
DE
ZUID-AMERIKAANSE BOSSEN
Volgens
de FAO (2011) gaat de Zuid-Amerikaanse bosoppervlakte met 0.5%
per jaar achteruit. Deze achteruitgang is hoofdzakleijk te wijten
aan de conversie van bos in landbouwgrond voor gewasen veeteelt.
Ten onrechte heeft de publieke opinie de neiging om de papierindustrie
in verband te brengen met de achteruitgang van het Amazonewoud.
Dit is niet het geval en dit vooroordeel is nog minder gerechtvaardigd
omdat de meeste exotische boomsoorten totaal ongeschikt zijn voor
de productie van papierpulp. In Brazilië of Chili gebruikt
de papierindustrie voor de papierproductie aangeplante eucalyptus
of den. Kenmerkend voor Brazilië is, dat de papierindustrie
er 80% van de gecertificeerde nationale aanplantingen beheert.
Volgens de FAO (2011) breiden de plantages in Zuid-Amerika zich
elk jaar uit met 400.000 ha. Het areaal bestemd voor het behoud
van de biodiversiteit groeit elk jaar met 3 000.000ha.
Volgens
schattingen komt maar 1% van alle op de wereld gebruikte pulp
voort uit natuurlijke tropische bossen en dan nog uitsluitend
uit Zuidoost-Azië, waar de vooruitgang op ecologisch vlak
helaas afhankelijk is van een totale ommekeer van het politieke
regime dat aan de macht is.
|
|
AANDACHTSPUNTEN
VOOR HOUT
DE
CERTIFICATIE
VAN DUURZAAM
BOSBEHEER
De
papierindustrie steunt het principe van duurzaam bosbeheer, zowel
door privé-personen als door de overheid en is voorstander
van de ontwikkeling van de certificatie van dit duurzaam beheer.
De
papiersector betreurt nochtans dat men er nog niet in geslaagd
is om een wederzijdse erkenning van de verschillende labels
te garanderen, al hebben die uiteindelijk dezelfde doelstelling.
Landen als Engeland en Duitsland erkennen, in navolging van het
Europees Parlement, de FSC- en PEFC-certificaties als gelijkwaardig.
In België erkent de Federale Regering de twee certificaties.
DE
HOUTBEVOORRADING
IN DE TOEKOMSS
Wij
stellen al enkele jaren vast dat er een brede maatschappelijke
en politieke consensus bestaat om hernieuwbare energie (waar houtachtige
bio massa deel van uitmaakt) te ontwikkelen.
De
Europese papiersector is een pionier in die ontwikkeling en vertegenwoordigt
vandaag meer dan een kwart van de Europees biomassa-energie !
In de context van de klimaatveranderingen en in het Europese streven
naar meer onafhankelijkheid op energiegebied, krijgen de projecten
voor energieproductie op basis van hout omvangrijke steun.
Die
steun verstoort in belangrijke mate de houtmarkt ten nadele van
de bestaande en niet-gesubsidieerde projecten van materiaalvalorisatie.
Analoog
aan de prioriteit voor recyclage op de energievalorisatie voor
afvalstoffen, impliceert het optimaal gebruik van natuurlijke
rijkdommen een explicite voorrang voor de materiaalvalorisatie
van hout boven energievalorisatie.
Energievalorisatie
zou slechts mogen toegelaten of aangemoedigd worden voor houtvezels
die aan het einde van hun levenscyclus gekomen zijn en niet meer
geschikt zijn voor recyclage.
De
papiersector respecteert dit fundamenteel principe en valoriseert
voor energiedoeleinden enkel die bijproducten die niet meer kunnen
worden gerecycleerd.
|
©
BURGO ARDENNES |
©
CEPI |
De
Belgische houtsector moet vandaag al een derde van zijn grondstoffen
importeren om aan zijn behoeften te voldoen. Het is dan ook van
belang om de vraag te stellen over de beschikbaarheid en de herkomst
van hout voor energiedoeleinden.
Studies
tonen aan dat de beslissing van Europa om 20% hernieuwbare energie
te halen tegen 2020, een tekort aan hout van bijna 230
miljoen m³ tegen dat jaar 2020 zou tot gevolg hebben.
Men
zal ongetwijfeld in de toekomst meer biomassa moeten beschikbaar
maken, nieuwe productie methoden voor bio massa ontwikkelen (kort
omloophout,…) en overwegen om meer duurzaam geproduceerde
biomassa in te voeren.
|
©
CEPI |
Men
zal dus keuzes moeten maken. Om echte vooruitgang te boeken zal
men met gezond verstand prioriteiten moeten stellen voor het gebruik
van hout. Het is van belang om te weten dat het gebruik van hout
voor de papierproductie 5 maal meer toegevoegde waarde genereert
en 7 maal meer tewerkstelling als haar verbranding. Enkel
met hout zal men de Europese doelstelling van 20% hernieuwbare energie
niet halen. Dus moet de ontwikkeling van andere hernieuwbare energieën
ook voldoende aandacht krijgen. |
|
|
Download het milieucharter |
|
|
|